Tariefdifferentiatie opnieuw uitgesteld
Tijdens een overleg over het Belastingplan 2025 werd er gesproken over de mogelijkheid om kansspelen verschillend te belasten. CDA-Kamerlid Inge van Dijk stelde voor om het belastingtarief te variëren per type kansspel. Dit was gebruikelijk tot 2008.
Dit systeem zou kansspelaanbieders de mogelijkheid geven hun belasting beter af te stemmen op het soort spel dat zij aanbieden. Dit zou bijvoorbeeld hogere belastingen op risicovollere spelen mogelijk maken, terwijl minder risicovolle spelen lager belast kunnen worden.
Uitdagingen met software en capaciteit
Maar minister Heinen benadrukt dat er meerdere obstakels zijn. Een groot deel van de belastingsoftware wordt op dit moment vernieuwd, en dit proces loopt naar verwachting tot 2028. Pas daarna is er ruimte voor grotere veranderingen zoals tariefdifferentiatie.
Daarnaast is de kansspelmarkt tegenwoordig uitgebreider, met zowel online als landgebonden aanbieders, wat het lastiger maakt om een flexibel belastingtarief in te voeren. De Belastingdienst geeft aan dat ze zich voorlopig eerst richten op het moderniseren van de systemen.
Onbedoelde gevolgen van hogere belastingen
Onderzoek toont aan dat het zomaar verhogen van belastingtarieven niet altijd het gewenste effect heeft. Minister Heinen wijst erop dat een hogere belasting op risicovolle spellen aanbieders juist kan aanmoedigen om nog meer te concurreren, wat voor spelers risicovoller kan zijn.
Dit zou de doelen van de overheid, zoals bescherming van de consument en verslavingspreventie, juist ondermijnen.
Alternatieven voor belastingstructuur
Vanwege de huidige beperkingen wil minister Heinen de mogelijkheid van tariefdifferentiatie pas in 2028 opnieuw bekijken. Tot die tijd blijft het belastingtarief op kansspelen zoals het is, en wordt er geen onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten spellen.
Het ministerie kijkt ondertussen naar andere manieren om belasting te heffen die mogelijk beter bij de kansspelmarkt passen. Eén van de opties is een verbruiksbelasting op inzetten. Dit zou het ministerie kunnen invoeren zonder de grote systeemaanpassingen die voor tariefdifferentiatie nodig zijn.
